Wij hebben binnen onze or een ondernemingsraadslid dat naar ons idee enkel aan zijn eigen belang denkt, geen bijdrage levert aan vergaderingen en ernaar lijkt te streven altijd afwijkende meningen te ventileren. Wij hebben al langere tijd het gevoel beter te kunnen functioneren zonder het raadslid in kwestie. Wij hebben hem er al wel op een vriendelijke manier op aangesproken, maar dat heeft niets geholpen. Nu heeft hij onlangs zijn geheimhoudingsplicht als lid van de ondernemingsraad geschonden. Bovendien heeft hij onjuistheden onder het personeel verspreid over gedwongen ontslagen. Dit leidde tot veel onrust. Wij hebben samen met onze bestuurder deze onrust weggenomen door het bijeenroepen van een extra informatieavond. De actie van het ondernemingsraadslid heeft ertoe geleid dat zowel de verhouding van de ondernemingsraad met het personeel als die van de ondernemingsraad met de WOR-bestuurder en de werkgever onder druk zijn komen te staan. Wij hebben grote moeite met dit or-lid en zouden hem het liefst op non-actief stellen. Onze zittingstermijn loopt nog tot 15 mei 2014. Wij weten niet of hiervoor mogelijkheden bestaan? Of moeten wij maar wachten tot de nieuwe verkiezingen, in de hoop dat hij niet wordt herkozen?
Als een ondernemingsraad van mening is dat een ondernemingsraadslid zodanig onacceptabel gedrag vertoont dat hierdoor de werkzaamheden van de ondernemingsraad in ernstige mate worden belemmerd, kan de ondernemingsraad bij de bedrijfscommissie om bemiddeling en advies verzoeken. Vervolgens en daarnaast kan – op grond van artikel 13 van de WOR – de ondernemingsraad zich tot de kantonrechter wenden met het verzoek om het betreffende ondernemingsraadslid voor de resterende duur van zijn lidmaatschap van de ondernemingsraad uit te sluiten van zijn werkzaamheden.
Uit jullie verhaal blijkt dat de ondernemingsraad van mening is dat hij beter zou functioneren zonder dit or-lid. De ondernemingsraad kan er dan voor kiezen om gebruik te maken van artikel 13 WOR. Belangrijk is dat het betreffende ondernemingsraadslid de gelegenheid krijgt te worden gehoord over het voorgenomen besluit van de ondernemingsraad om een verzoek tot uitsluiting aan de bedrijfscommissie en kantonrechter te doen.
Uiteindelijk zal voor de vraag of een ondernemingsraadslid kan worden uitgesloten voor een kantonrechter bepalend zijn of de handelswijze van het ondernemingsraadslid een ernstige belemmering oplevert voor de werkzaamheden van de or. Het moet bovendien om een uitzonderlijke situatie gaan. Daaronder valt niet dat de ondernemingsraad iemand als ‘lastig’ ervaart. Er is meer voor nodig. Een kantonrechter gaat namelijk terughoudend om met verzoeken tot uitsluiting.
Maar in jullie geval, bij het – herhaaldelijk – handelen in strijd met de geheimhoudingsverplichting of het doen van mededelingen met de kennelijke bedoeling de positie en de geloofwaardigheid van de ondernemingsraad (en WOR-bestuurder) te ondergraven, kan sprake zijn van een ernstige belemmering van de werkzaamheden van de ondernemingsraad. De ondernemingsraad zal de handelwijze van het betreffende ondernemingsraadslid wel aannemelijk moeten maken aan de hand van concrete voorbeelden.
Een uitsluiting door de kantonrechter kan ertoe leiden dat een ondernemingsraadslid wordt uitgesloten voor alle werkzaamheden van de ondernemingsraad en voor de rest van de periode waarvoor hij is verkozen. Het kan echter ook leiden tot uitsluiting van een ondernemingsraadslid voor alleen bepaalde ondernemingsraadwerkzaamheden of voor een kortere duur dan de zittingsperiode van een ondernemingsraad.
Binnen een ondernemingsraad, met allemaal verschillende leden die gekozen zijn door de werknemers, kunnen altijd verschillende meningen bestaan. Dat brengt alleen niet noodzakelijkerwijs met zich mee dat de ondernemingsraad in die samenstelling niet verder kan. Het kan goed zijn om binnen de ondernemingsraad een duidelijke werkwijze overeen te komen en afspraken te maken over (interne en externe) communicatie. Op die manier vallen veel onrust en onbegrip binnen de ondernemingsraad te voorkomen.