Binnen onze onderneming wordt gesproken over een fusie met een concurrent. Onze bestuurder wil de besluitvorming in delen opknippen en eerst een besluit nemen op hoofdlijnen. Kan de or hiermee akkoord gaan? Zo ja, waarop moet de or dan letten?
Bij fusies en reorganisaties zie je geregeld dat de besluitvorming in fasen plaatsvindt. In ons voorbeeld geeft de bestuurder als reden is dat hij nog niet kan voorzien welke gevolgen het besluit zal gaan hebben, bijvoorbeeld voor het personeel. Eerst wordt een besluit op hoofdlijnen genomen en de verdere invulling vindt dan plaats in deelbesluiten. Door een traject in delen te knippen wordt voorzien in de wens en soms de noodzaak om gedeeltelijk al tot uitvoering over te kunnen gaan, zonder dat over alle onderdelen al duidelijkheid bestaat. Deze gefaseerde besluitvorming leidt ertoe dat ook het medezeggenschapstraject in delen zal plaatsvinden en de or dus telkens over deelbesluiten zal moeten adviseren. Het gevaar ligt dan op de loer, dat het advies van de ondernemingsraad niet meer van wezenlijke invloed kan zijn op het gehele besluitvormingstraject. Ook bestaat het risico dat een ondernemingsraad niet kan terugkomen op zijn eerder gegeven advies, ook niet wanneer pas in een veel later stadium duidelijk wordt welke gevolgen een besluit daadwerkelijk zal hebben.
De wet voorziet niet in een aparte regeling voor besluitvorming langs deze weg. In 2013 heeft de Ondernemingskamer overwogen dat het faseren van besluitvorming mag, maar dat daar wel grenzen aan zijn. De ondernemer blijft primair verantwoordelijk voor het goede verloop van het medezeggenschapstraject. Die verantwoordelijkheid houdt onder meer in dat de fasering en opsplitsing van besluitvorming in deelbesluiten niet ertoe mag leiden dat afbreuk wordt gedaan aan de effectiviteit van de medezeggenschap. Dat betekent dat het niet zo kan zijn dat de or in een bepaalde fase een bezwaar te vroeg naar voren brengt, en datzelfde bezwaar in de volgende fase te laat zou zijn. Opsplitsing mag er ook niet toe leiden dat de gevolgen voor de bestaande organisatie als geheel onvoldoende duidelijk zijn voor de ondernemingsraad. Wanneer het medezeggenschapstraject in fasen is geknipt om te voorkomen dat de or vol zijn bevoegdheden uitoefent, is dit uiteraard sowieso niet toelaatbaar.
Het is voor ondernemingsraden verstandig om bij gefaseerde besluitvorming heldere afspraken te maken met de ondernemer, over het besluitvormingsproces zelf en over de momenten waarop de or wordt betrokken. Op die manier is voor iedereen helder in welke fase van de besluitvorming men zich bevindt, en kan de or met die wetenschap zijn adviesrechten uitoefenen en bijvoorbeeld voorwaarden verbinden aan zijn advies.