Ons bedrijf is de afgelopen jaren flink gekrompen. Na een afsplitsing en een aantal reorganisaties gingen wij van 120 naar inmiddels circa 45 werknemers. Onze bestuurder stelt zich op het standpunt dat hij niet langer verplicht is om met de OR te overleggen omdat er nu minder dan 50 personen in onze onderneming werkzaam zijn. Aanleiding hiervoor betreft een discussie over een pensioenwijziging. Klopt dit en kan de OR toch blijven bestaan?
De wettelijke verplichting tot instelling van een OR geldt inderdaad als er 50 personen of meer werkzaam zijn in de onderneming. Als het aantal werknemers onder de vijftig komt, geldt die verplichting niet meer. De OR houdt dan echter pas aan het einde van de zittingstermijn op te bestaan. Tijdens de lopende zittingsperiode behoudt de OR dus hoe dan ook zijn positie en dient de bestuurder het overleg met de OR te continueren. Het standpunt van jullie bestuurder dat hij nu al niet langer verplicht is om het overleg aan te gaan, klopt dus niet. Na afloop van de zittingsperiode vervalt wel die verplichting.
Wie telt mee?
Voor de vaststelling van het aantal personen dat werkzaam is in de onderneming, kijk je naar het aantal werknemers met een arbeidsovereenkomst of aanstelling. Als er openstaande vacatures zijn, mogen die functies ook meegeteld worden. Voor de telling van het aantal werknemers telt iedere werknemer mee met een arbeidsovereenkomst of aanstelling, ongeacht het aantal uren van het contract. Uitzendkrachten of gedetacheerde werknemers tellen, als zij 24 maanden in de onderneming werkzaam zijn geweest, tevens mee als in de onderneming werkzame personen.
Vrijwillig
Als jullie bij het einde van de zittingstermijn nog steeds onder de instellingsgrens vallen, kan er overigens wel op vrijwillige basis een OR worden ingesteld. De WOR biedt deze mogelijkheid. Het standpunt van de bestuurder is hier bepalend. Een vrijwillige instelling van de OR is in ieder geval verstandig als het aantal werknemers naar verwachting zal groeien. Zodra er dan weer 50 personen werkzaam zijn in de onderneming, geldt dan weer de verplichting om een OR in te stellen.
PVT of personeelsvergadering
Het vervallen van een zelfstandige OR betekent overigens niet dat er geen medezeggenschap meer hoeft plaats te vinden. In dat geval kan een personeelsvertegenwoordiging (PVT) worden ingesteld. De WOR bepaalt dat dit moet gebeuren indien een onderneming ten minste 10 maar minder dan 50 werknemers in dienst heeft. Als ten minste de helft van het personeel daarom vraagt is de ondernemer verplicht om dat te doen. De PVT heeft op basis van de WOR wel minder bevoegdheden dan een OR.
Is er geen OR of PVT? Dan moet de ondernemer het personeel minimaal 2 keer per jaar inspraak en informatie geven tijdens een personeelsvergadering.