In de overgangsperiode van de Wet werk en zekerheid ontvangt de or een adviesaanvraag voor een reorganisatie in twee fases. De or eist dat het sociaal plan ook voor de tweede fase geldt .
In het sociaal plan van een onderneming staat dat het van toepassing is op een reorganisatie waarvoor een adviesaanvraag voor januari 2015 is ingediend. In juni 2014 vraagt de ondernemer advies over de aanpassing van de IT-organisatie, in twee fases. Van de tweede fase worden alleen de contouren geschetst, die nog verder uitgewerkt zullen moeten gaan worden in de komende jaren. De ondernemingsraad gaat hiermee akkoord, maar stelt wel als voorwaarde dat het sociaal plan ook op fase 2 van toepassing zal zijn. In het besluit geeft de ondernemer aan dat het huidige sociaal plan niet van toepassing is op fase 2 omdat gevolgen nog niet zijn te overzien. De ondernemingsraad stelt beroep in bij de Ondernemingskamer.
Ondernemingskamer
Over de fase 2 wordt op twee momenten advies gevraagd: nu en op een later tijdstip. Nu de adviesaanvraag tevens betrekking heeft op fase 2, geldt op grond van artikel 25 lid 3 WOR dat de ondernemer de ondernemingsraad een overzicht moet verstrekken van de gevolgen van het besluit en de te treffen maatregelen om die op te vangen. De ondernemingsraad voert aan dat zijn beroep niet ziet op het ontbreken van een overzicht van de personele gevolgen, maar op het nalaten van inzicht geven in de wijze waarop in die gevolgen voorzien zal worden.
De Ondernemingskamer acht het beroep in dat opzicht gegrond. De ondernemer heeft geen inzicht verstrekt in de te verwachten personele gevolgen. De ondernermer heeft aangevoerd dat het besluit over Fase 2 naar verwachting niet tot gevolg zal hebben dat werknemers met een vast dienstverband hun arbeidsplants zullen verliezen, maar de ondememingsraad heeft dit gemotiveerd weersproken en het is niet aannemelijk dat een reorganisatie zoals deze in het geheel geen personele gevolgen zal hebben.
De Ondernemingskarner oordeelt dat de ondernemer niet in redelijkheid tot zijn besluit heeft kunnen komen en legt de ondernemer, conform het verzoek van de ondernemingsraad, dan ook op het besluit in te trekken, tenzij hij in fase 2 in de personele gevolgen voorziet overeenkomstig het huidige Sociaal Plan.
Commentaar
Deze zaak speelt in de overgangsfase van de Wet werk en zekerheid (WWZ) met de introductie de wettelijke vergoeding bij ontslag: de Transitievergoeding. De ondernemingsraad wil geborgd zien dat bij een gefaseerd reorganisatietraject al bij de eerste stap duidelijkheid is over het van toepassing zijn van het oude sociaal plan, van voor de tijd van de transitievergoeding. Met name de werkingssfeerbepaling in de cao dat het sociaal plan van toepassing is indien de adviesaanvraag voor januari 2015 is ingediend, is aanleiding voor de Ondernemingskamer om de ondernemingsraad in het gelijk te stellen. Ook wanneer in de eerste adviesaanvraag alleen de contouren worden geschetst, die later in een volgende adviesaanvraag uitgewerkt gaan worden, is het toch redelijk dat aan het begin duidelijkheid wordt gegeven over het sociaal plan.
Hof Amsterdam (OK) 21 april2015, or Canon Europa NV/Canon Europa NV
april2015, or Canon Europa NV/Canon Europa NV