Sinds ongeveer een jaar hebben wij een nieuwe bestuurder. Deze bestuurder heeft weinig affiniteit met medezeggenschap en wij krijgen slechts zeer beperkt informatie via hem. Wij vragen ons af op welke informatie wij recht hebben. Daarnaast willen wij weten hoe wij (juridisch) kunnen afdwingen dat wij bepaalde informatie krijgen.
Om je werk als OR goed te kunnen doen moet de OR tijdig worden geïnformeerd over ontwikkelingen die er spelen en moet de OR alle relevante informatie (kunnen) krijgen. Vanwege het belang van het ontvangen van informatie kent de Wet op de Ondernemingsraden veel bepalingen over het informatierecht.
Artikel 31 WOR heeft betrekking op het algemene informatierecht. Dit houdt in dat de ondernemingsraad het recht heeft om van de ondernemer alle inlichtingen en gegevens te vragen die de OR redelijkerwijs nodig heeft voor de vervulling van zijn taak. Uiteraard kan er een discussie ontstaan over de vraag of de OR de informatie nodig heeft voor de vervulling van zijn taak, maar de taak van de OR is zeer breed geformuleerd waardoor die hobbel vaak wel genomen kan worden.
De ondernemer moet ook, zonder dat de OR er om hoeft te vragen, bepaalde informatie uit zichzelf verstrekken. Artikel 31 bepaalt, dat de ondernemer bij het begin van elke zittingsperiode schriftelijk informatie moet verstrekken over onder meer de rechtsvorm van de onderneming, de zeggenschapsverhoudingen binnen een groep indien de onderneming daarvan deel uitmaakt en de organisatiestructuur. In de praktijk gebeurt dit vaak niet.
Verder moet de ondernemer jaarlijks financieel-economische en sociale informatie verstrekken, zodat de ondernemingsraad zich een goed beeld kan vormen van de staat van de onderneming. Voor bepaalde ondernemingen geldt daarnaast, dat er ook informatie moet worden verstrekt over onder meer de beloningen van groepen werknemers en van het bestuur en het toezichthoudend orgaan van de rechtspersoon.
Indien de OR de informatie niet ontvangt kan de OR het verstrekken van de informatie – eventueel na bemiddeling door een bedrijfscommissie – afdwingen bij de kantonrechter. Uiteraard is het verstandiger om een sfeer te creëren waarbij er tussen ondernemer en ondernemingsraad een goede dialoog bestaat en waarbij informatie vrijwillig en tijdig wordt verstrekt. Dit is echter helaas niet altijd mogelijk.
Voldoende en tijdig verstrekte informatie speelt ook een belangrijke rol in adviestrajecten. Bij adviestrajecten geldt, dat het in principe aan de OR is om te bepalen welke informatie nodig is om te kunnen adviseren. Indien informatie niet, onvoldoende of te laat wordt verstrekt kan dit ertoe leiden dat een besluit kennelijk onredelijk is. Als OR kun je dus bij een adviesaanvraag ook volhardend zijn in de wens om bepaalde informatie te ontvangen, en kan de bestuurder de OR niet zomaar met een kluitje in het riet sturen.