Onze bestuurder heeft enkele dagen geleden de ondernemingsraad verzocht te adviseren over een wijziging binnen de organisatie. De bestuurder heeft maanden gewacht met het indienen van de adviesaanvraag, maar nu is er plots haast bij: hij wil binnen twee weken ons advies hebben. Wij hebben echt te weinig tijd om te adviseren en zitten ook nog met veel vragen over het voorgenomen besluit. Wat kan de or nu het beste doen?
Bestuurders hebben geregeld de wens om een dead- line te koppelen aan het geven van advies. Soms is een deadline noodzakelijk, bijvoorbeeld wanneer de ondernemer afhankelijk is van derden die hun eigen tijdspad niet gaan of kunnen aanpassen. Geregeld is het echter de eigen agenda van de bestuurder die maakt dat hij het advies van de or voor een bepaalde datum wenst te ontvangen.
Van belang om te weten is dat de WOR geen termijnen geeft voor het geven van advies. De bestuurder dient de adviesaanvraag tijdig bij de or in te dienen. Artikel 31a WOR bepaalt dat de bestuurder regelmatig, dat wil zeggen minimaal twee keer per jaar, de ondernemingsraad informeert over plannen die instemmingsplichtig of adviesplichtig zijn. Er ligt aldus een grote verantwoordelijkheid bij de bestuurder om ervoor te zorgen dat de or voldoende tijd heeft om te adviseren. De or bepaalt in beginsel zelf hoeveel tijd nodig is voor een gedegen advies. Dit wil niet zeggen dat het verstandig is van de or om de boel nodeloos te vertragen.
Wanneer het duidelijk is dat het niet lukt het advies te geven binnen de door de bestuurder gegeven termijn, dan kan het goed zijn om tijdig te laten weten dat de or zich niet kan committeren aan het voorgestelde tijdsplan. Vaak is er voor de or geen reden om zich te laten opjutten. Uiteraard de or kan wel met de bestuurder in overleg gaan, bijvoorbeeld om tijdelijk extra or-uren te krijgen om zo alsnog binnen korte tijd in staat te zijn een advies te geven. Wanneer de bestuurder er veel aan gelegen is om op heel korte termijn een advies te krijgen, zal hij geneigd zijn om hieraan mee te werken.
Soms zie je dat bestuurders toch vasthouden aan de eigen gestelde termijn. In dat geval kan de or de bestuurder voorspiegelen dat hij dan een negatief advies zal krijgen. Een negatief advies is in zo’n geval al helemaal verstandig wanneer de or nog veel vragen heeft over bijvoorbeeld de beweegreden. Belangrijk is wel om alle bezwaren in het advies te zetten, zodat al deze argumenten in een mogelijke procedure bij de Ondernemingskamer naar voren gebracht kunnen worden.