Wij zijn een ondernemingsraad van een softwarebedrijf. Onze bestuurder verwacht de komende jaren een aantal reorganisaties te moeten doorvoeren en wenst met de or een sociaal plan af te spreken. Hij wil met ons afspraken maken over het in mindering brengen van bepaalde kosten op de transitievergoeding. Kan dit?
Zoals inmiddels bekend zal zijn is per 1 juli 2015 het arbeidsrecht op een aantal punten sterk gewijzigd. Onder meer is in de wet opgenomen, dat de werkgever – wanneer hij een dienstverband van twee jaar of meer met een werknemer wenst te beëindigen – een vergoeding aan de werknemer moet betalen. Dit geldt dus bij opzegging van de arbeidsovereenkomst door of ontbinding van de arbeidsovereenkomst op verzoek van de werkgever, maar ook wanneer een tijdelijke arbeidsovereenkomst na twee jaar niet wordt verlengd.
Deze zogenaamde transitievergoeding wordt berekend aan de hand van het salaris en de lengte van het dienstverband. De hoofdregel is 1/6 maandsalaris per elk half dienstjaar in de eerste tien jaar van het dienstverband en 1/4 maandsalaris per half dienstjaar dat een werknemer langer dan tien jaar in dienst is geweest. De transitievergoeding is er voor bedoeld om voorzieningen te bekostigen die de kansen op nieuw werk zullen vergroten. Daarbij kan gedacht worden aan bijvoorbeeld een opleiding of een outplacementtraject. Een werknemer hoeft de vergoeding echter niet daaraan te spenderen, hij mag bijvoorbeeld ook de inkomensteruggang na het einde van het dienstverband ermee opvangen. De wetgever heeft geen beperkingen opgelegd aan de wijze waarop de werknemer de ontvangen vergoeding besteedt.
In de wet staat, dat onder bepaalde voorwaarden sommige kosten die tijdens het dienstverband zijn gemaakt, in mindering kunnen worden gebracht op de transitievergoeding. Het gaat daarbij onder meer om kosten die verband houden met het bevorderen van de bredere inzetbaarheid van de werknemer die tijdens de arbeidsovereenkomst zijn gemaakt. Als voorbeeld wordt genoemd een werknemer die als timmerman werkzaam is en in de avonduren een MBOopleiding tot lasser volgt met het doel zijn inzetbaarheid buiten de organisatie van de werkgever te bevorderen. Het gaat dus niet om kosten die worden gemaakt in het kader van de uitoefening van de eigen functie of ter verbetering van het functioneren, maar echt om kosten die worden gemaakt ter verbetering van de werknemerspositie op de arbeidsmarkt.
Om dergelijke kosten later in mindering te mogen brengen op de transitievergoeding gelden een aantal voorwaarden. De vooraf gegeven schriftelijke instemming door de werknemer met het in mindering brengen van de kosten is er één van. Dit voorkomt dat er later, bij het einde van het dienstverband, hierover discussie zal ontstaan
Deze schriftelijke instemming van een (individuele) werknemer is niet nodig wanneer er afspraken zijn gemaakt tussen (verenigingen van) werkgever(s) en (verenigingen van) werknemers, waaraan de werkgever is gebonden. Dit geldt ook voor afspraken die door een werkgever worden gemaakt met een ondernemingsraad of een personeelsvertegenwoordiging. Dit betekent dus, dat een or of pvt met de werkgever kan afspreken, dat wanneer een werknemer die met ontslag wordt bedreigd, gebruik maakt van bijvoorbeeld een outplacementtraject de kosten hiervan in mindering worden gebracht op de transitievergoeding. Het is dus wel mogelijk om hierover afspraken te maken.
In de praktijk zien we dergelijke afspraken tot nog toe niet veel, al is het alleen maar omdat in sociaal plannen vaak een hogere vergoeding wordt afgesproken dan de transitievergoeding, en een outplacementtraject vaak náást een vergoeding wordt aangeboden. Vooralsnog lijkt er dus ook voor een or geen aanleiding te zijn om hierover afspraken te maken. Dit kan uiteraard in een specifiek geval anders zijn. De tijd zal moeten uitwijzen of in de toekomst wel dergelijke afspraken zullen worden gemaakt.