HomeActueelPublicatiesVertrekregeling topfunctionarissen

Vertrekregeling topfunctionarissen

Geplaatst in Sprengers Nieuwsbrief 4-2015

Tegenwoordig mogen zogenaamde topfunctionarissen bij de overheid niet meer dan een ministerssalaris verdienen. Dit staat in de Wet normering bezoldiging topfunctionarissen publieke en semipublieke sector (hierna: de WNT). Deze wet geldt ook voor de salarissen bij semi-publieke organisaties zoals ziekenhuizen, scholen en publieke omroepen. In 2015 is het maximumsalaris van de WNT bepaald op  € 178.000.  In 2016 wordt het algemene maximum van de WNT € 179.000,–. Dit bedrag is inclusief vakantie-uitkering, eindejaarsuitkering, pensioenbijdrage, onkosten. Bonussen, winstdelingen en andere vormen van variabele beloning zijn niet toegestaan.

In de WNT wordt ook een maximum norm gesteld voor ontslagvergoedingen van topfunctionarissen, namelijk maximaal één jaarsalaris, met een maximum van € 75.000,–.
Wie zijn topfunctionaris? Bij het Rijk worden als topfunctionaris onder meer aangemerkt: de secretarissen-generaal, de directeuren-generaal, de inspecteurs-generaal en de overige leden van de topmanagementgroep. Bij de provincies en gemeenten worden de secretarissen en griffiers als topfunctionaris aangemerkt. Bij de waterschappen zijn alleen de secretarissen topfunctionaris. Op grond van de WNT gelden tevens voor externen/interimmers bezoldigingsmaxima. Voor 2016 betekent dit dat de eerste twaalf kalendermaanden de bezoldiging niet meer mag bedragen dan de som van €24.000 per maand voor de eerste zes maanden en €18.000 per maand voor de volgende zes maanden. Ook geldt een uurtarief van maximaal €175. Na de twaalfde kalendermaand wordt het reguliere bezoldigingsmaximum van toepassing van € 179.000

Zoals vermeld, op basis van de WNT geldt er voor een ontslagvergoeding een maximum van één jaarsalaris, met daarbij weer een maximum van € 75.000,–. Dit maximum geldt niet voor delen van de ontslaguitkering die voortvloeien uit een wettelijk voorschrift.
In de uitspraak van de Centrale Raad van Beroep (= de hoogste rechter op het gebied van ambtenarenrecht) kwam de vraag aan de orde welke onderdelen van een getroffen ontslagregeling onder het maximumbedrag van € 75.000,- vallen.

Het ging om een gemeenteambtenaar. Op grond van de gemeentelijke arbeidsvoorwaardenregeling (hoofdstuk 10 d van CAR/UWO) heeft een ambtenaar bij een ontslag wegens een verstoorde arbeidsverhouding aanspraak op een zogenaamde passende regeling. Volgens vaste rechtspraak van de Centrale Raad van Beroep is uitgangspunt dat, naast (de garantie op) een werkloosheidsuitkering, een aanvullende uitkering moet worden toegekend. Hiernaast dient een na-wettelijke uitkering te worden toegekend als het ontslag gelegen is in de werksfeer en niet grotendeels is te wijten aan de betrokken ambtenaar. Deze uitkeringsaanspraken vloeien voort uit een wettelijk voorschrift en vallen daarmee onder de uitzonderingsbepaling van de WNT (zie hiervoor). Maar geldt dit tevens voor een bedrag ter afkoop van bovenstaande rechten? Dat was bij onderhandelingen over een minnelijke regeling voor een topfunctionaris in de zin van de WNT onduidelijk. Het was derhalve een risico die afkoop van uitkeringsrechten – vaak voor 30-60% – af te spreken, want het zou strijdig met de WNT kunnen zijn. De Centrale Raad heeft nu in deze uitspraak duidelijkheid verschaft en geoordeeld dat de uitzonderingsbepaling van de WNT ook geldt voor het in dit geval overeengekomen bedrag ter afkoop van die uitkeringsaanspraken. Dit betekent dat dit bedrag volledig kan worden meegenomen bij de bepaling van een passende regeling, zonder dat dit meetelt bij de maximering tot € 75.000,-.

In deze zaak speelde ook nog een overeengekomen compensatie van gemiste pensioenopbouw en betaling van de bezoldiging over een re-integratiefase van acht maanden. Van deze beide onderdelen wordt geoordeeld dat deze niet onder de uitzonderingsbepaling van de WNT vallen. Reden daarvoor is dat dat deze onderdelen geen vaste componenten vormen van een passende regeling bij een ontslag wegens een verstoorde arbeidsverhouding.

Uitspraak centrale Raad van Beroep van 29 juni 2015 (TAR 2015/120) inzake Wet Normering topinkomens

Deel dit artikel

Besproken rechtsgebieden

Lees meer over de auteurs

Hebt u een vraag?

Neem contact met ons op of laat uw gegevens achter, zodat we u kunnen bellen.

Laat ons u bellen