Aan dat flauwe raadseltje van mijn kinderen moest ik denken toen ik net de uitspraak van de Ondernemingskamer (OK) las over meneer Hui Wang. Wang is de Chinese eigenaar van de voetbalclub ADO Den Haag. Wang beloofde veel geld, maar kwam niet over de brug. ADO (Alles Door Oefening) is daardoor in de problemen geraakt en dreigt uit het betaald voetbal te verdwijnen.
Een column als deze is natuurlijk niet geschikt om de hele beschikking van de OK van 19 december 2016 te bespreken. Waar het op neer komt: Wang is er nooit, Wang bemoeit zich met transfers, de notulen van de algemene aandeelhoudersvergadering tonen een ‘ontluisterend beeld’, Wang drukt ‘evident in strijd met de statuten’ benoemingen van bestuurders en commissarissen er door, Wang betaalt niet waar hij moet betalen. En zo gaat het nog even door.
Eigenlijk gaat alles mis bij ADO. Zelfs de benoeming van Kees Jansma als commissaris van ADO is niet rechtsgeldig. Misschien is Kees daar wel blij mee ook. Kees heb ik ooit één keer ontmoet. Ik floot een wedstrijdje van mijn zoontje in de F1. Kees was coach van de tegenpartij, stelde zich keurig voor en zei vervolgens tegen zijn jongens: “Die meneer daar heet André, en die is vandaag de baas!” Als iederéén zich zo zou opstellen in het voetbal, zou die wereld er een stuk beter uit zien!
Maar de voetbalwereld wordt er niet beter op met figuren als Wang. De OK heeft hem nu geschorst als voorzitter van de raad van commissarissen. “Dat geeft rust en vertrouwen”, hoor ik net de directeur van ADO op TV zeggen. Ik betwijfel het. In januari 2015 werden alle aandelen van ADO geleverd aan Wang. Wang die het voetbal in China groot ging maken via ADO Den Haag, middenmoter uit de Nederlandse competitie. Onbegrijpelijk dat er toen niemand bij ADO heeft gezegd: “Wang, ammehoela!”