Volgend jaar gaat ons bedrijf verhuizen naar een nieuw pand. De bestuurder wil toe naar een volledig rookvrije werkomgeving en dus is er geen plek voor aparte rookruimtes. Het verdwijnen van de rookruimtes vormt onderdeel van een nieuw rookbeleid. De bestuurder heeft als inzet om in 2025 een niet-rokende organisatie te zijn. Welke aandachtspunten zijn er voor de or bij de besprekingen met de bestuurder hierover?
Sinds 2004 moeten werkgevers zorgen voor een rookvrije werkplek. Dit betekent niet dat een gebouw volledig rookvrij hoeft te zijn, en dus kunnen aparte rookruimtes worden ingericht. De maatschappelijke opvattingen over het roken zijn sinds 2004 enorm veranderd. En ook op de werkvloer wordt anders gekeken naar roken. Voor veel werkgevers staat vitaliteit en gezondheid van hun werknemers hoog op de agenda, en daar past roken niet bij.
In veel ondernemingen is inmiddels een rookbeleid vastgesteld. Rookbeleid heeft in de eerste plaats als doel om de niet-rokende werknemer te beschermen tegen tabaksrook en andere nadelige gevolgen van het (mee)roken. Door roken op slechts enkele plaatsen in het gebouw toe te staan, wordt de groep niet-rokers beschermd. Tegenwoordig wordt rookbeleid vaak echter breder uitgelegd. Ook het faciliteren van het stoppen met roken valt er bijvoorbeeld onder. Sowieso pakken werkgevers een actievere rol bij de bevordering van gezond leefgedrag van werknemers.
Een ondernemingsraad heeft instemmingsrecht waar het gaat om rookbeleid: dit valt onder een regeling op het gebied van de arbeidsomstandigheden en ziekteverzuim. Bij de besprekingen over het rookbeleid is allereerst van belang om na te gaan hoeveel medewerkers roken, wanneer er wordt gerookt, en wat de knelpunten zijn in het bestaande rookbeleid. Niet-rokende werknemers klagen bijvoorbeeld soms over de hoeveelheid extra pauzes die hun collega’s nemen om een sigaret te roken, en de werkdruk die daardoor toeneemt. Het is goed om hier aandacht aan te besteden.
Belangrijk is verder om te onderzoeken, waaraan de groep rokende werknemers behoefte zou hebben. Wil een groep werknemers stoppen met roken? Dan moet worden uitgezocht welke steun zij daarvoor kunnen gebruiken van de werkgever. Dit kan leiden tot bijvoorbeeld vergoeding van een stoppen-met-roken-cursus. Overleg met de bedrijfsarts hierover kan nuttig zijn.
Het slagen van rookbeleid valt of staat met het draagvlak onder de collega’s. Dat is een aandachtspunt voor de werkgever of bestuurder, maar ook zeker voor de or. Regelmatig contact met de achterban hierover is dan ook aan te raden, of zelfs het instellen van een bijzondere commissie voor rookbeleid.