In re-integratieland werden wij kort geleden geconfronteerd met een misstand: een werknemer heeft zich schuldig gemaakt aan het lopen van de marathon van Rotterdam terwijl hij voor zijn werk ziek was. Hij is op staande voet ontslagen omdat het volstrekt duidelijk zou zijn dat deelname aan dit soort hardloopwedstrijden ten koste gaat van zijn gezondheid en de re-integratie belemmert. Het kan niet zo zijn dat tegelijkertijd het loon wordt doorbetaald, zo stelt de werkgever in de ontslagbrief.
Een terecht ontslag, vindt de kortgeding rechter. De re-integratiecoach vindt dat het kunnen lopen van marathons strijdig is met het niet kunnen werken vanwege pijnklachten. De werknemer heeft klachten in polsen en handen van medische aard. Later zijn daar ook nek-, schouder- en wat knieklachten bijgekomen. De rechter vindt dat de werknemer door niet te melden dat hij tot het lopen van marathons in staat was, zijn re-integratie belemmerde en dat het ontslag, naar het zich laat aanzien, terecht is gegeven. Aan mij, lezer van berichten op diverse sites, wordt gevraagd of de werkgever ook nog het recht heeft om de kosten van re-integratiebegeleiding op de werknemer te verhalen.
Nu ik zelf een hardloophobby praktiseer, mag u van mij aannemen dat de snelheid van de man (13 km per uur) en zijn leeftijd (56 jaar) duidelijk maken dat deze marathonman beslist geen beginner is geweest. Voordat hij last kreeg van armklachten zal hij dit vaker hebben gedaan. Gezond: een werkgever mag daar blij mee zijn. Uit de uitspraak blijkt dat deze magazijnmedewerker, toen hij ziek werd, met hardlopen is doorgegaan op een voor een hardloper gebruikelijke wijze. Wekelijks loop je dan al snel 10 of 20 km voor twee marathons per jaar. Saillant is dat de bedrijfsarts van de marathonman wist dat de man hardliep: de werknemer had dit gemeld en het was ook bij de werkgever bekend. Waarom kan dit dan voor een werkgever opeens de reden zijn om een werknemer na meer dan een jaar ziekte en inzet op spoor 2 (externe re-integratie) op staande voet te ontslaan?
Het is er, vind ik, in re-integratieland de afgelopen jaren niet gezelliger op geworden voor de zieke werknemer: als het om activiteiten buitenshuis gaat, is het oppassen geblazen. Een werknemer dient, eenmaal gewaarschuwd, zich niet meer te bezondigen aan de gevaarlijke sport zaalvoetbal en als je een corpulente kok bent, dan mag je niet uit pannen snoepen. Als zieke werknemer loop je de kans op de openbare weg gefilmd te worden en dat kan bijdragen aan het bewijs dat er van geen beperkingen helemaal geen sprake is. Ik heb wel eens de blaren op mijn tong gepleit voor een overspannen werknemer die op de voorpagina van het lokale sufferdje prijkte voor zijn met oranje vlaggetjes versierde geveltje, daar in het kader van het WK voetbaltoernooi in Zuid-Afrika opgehangen. Een werknemer kan beter niet de vlaggetjes buitenhangen en een hardloper kan beter niet lopen, en zeker geen wedstrijd. Beter is het om als zieke werknemer alle vrolijke en sportieve activiteiten te beëindigen en geraniums te laten bezorgen om daarachter op de bank plaats te nemen.
Vanuit juridisch standpunt vind ik het bezwaarlijk dat sinds de Dam-tot-Dam-loper onze rechtspraak binnen is komen rennen, we in het re-integratierecht het te stellen hebben met drie uitspraken waarin de algemeen op de werknemer rustende informatieplicht om dergelijke activiteiten te melden tot norm is verheven. Een norm die leidt tot ontbinding wegens dringende reden, weigering van een WW-uitkering en nu, bij de marathonman, tot ontslag op staande voet. De weigeringsgronden in artikel 7:629 BW hebben het niet over zo’n algemene informatieplicht van de werknemer en van reparatiemogelijkheden is met deze sancties in het geheel geen sprake. Het is ook vreemd dat een werkgever deze sanctie oplegt: het is niet aan de werkgever en zelfs niet aan de rechter om te beoordelen of hardlopen zich verdraagt met de arbeidsongeschiktheid, maar aan de bedrijfsarts. De algemene informatieplicht vloeit in deze zaken niet voort uit enig schriftelijk gegeven controlevoorschrift en lijkt in de beleving van de werkgever van de magazijnmedewerker slechts gebaseerd op een soort redelijkheidsopvatting: het is niet fair dat hij het loon tijdens ziekte doorbetaalt, terwijl de werknemer wel in staat blijkt een marathon te lopen. Wordt de arbeidsrelatie tussen werkgever en werknemer niet overbelast door de zwaarte van de aan de werkgever opgelegde re-integratielasten, nu dit er kennelijk toe leidt dat de werknemer zich er ook in zijn gezonde doen en laten rekenschap van heeft te geven dat de werkgever de lasten draagt?
Tijdens omzwervingen ben ik wel eens een P&O-medewerkster tegengekomen, die het met zo’n werknemer sportief zou hebben aangepakt. Na een grote bos bloemen te hebben bezorgd vanwege de fantastische prestatie was zij meteen gaan bekijken of er voor zo’n fitte man niet een leuke baan te vinden zou zijn. Sportevenementensurveillant of schapenhoeder bijvoorbeeld. Alles goed, wanneer er maar wat te re-integreren valt.
Mr. dr. P.H. Burger is redacteur van dit tijdschrift.