Interne meldregelingen zullen – met verplichte instemming van de OR – moeten worden aangepast!
Op 24 januari 2023 is de Wet bescherming klokkenluiders (WBK) aangenomen door de Eerste Kamer. De naam van de Wet Huis voor klokkenluiders wijzigt hierdoor in Wet bescherming klokkenluiders. Maar dat is zeker niet de enige wijziging. Met name de bescherming van klokkenluiders wordt met de nieuwe wet verbeterd. De wet zal op korte termijn in werking treden. Hieronder zal ik ingaan op de belangrijkste wijzigingen.
Wijzigingen
De belangrijkste wijzigingen op een rij:
• Eerst intern melden heeft weliswaar nog steeds de voorkeur, maar direct extern melden mag straks wel, bijvoorbeeld bij het Huis voor Klokkenluiders. De verplichting om eerst
intern te melden wordt dus afgeschaft. De melder heeft bij een externe melding ook bescherming.
• Onder de huidige wet valt onder benadeling uitsluitend benadeling in de rechtspositie van de melder (bijvoorbeeld: schorsing, ontslag, demotie, onthouden van bevordering). Op
basis van de WBK ziet het verbod straks op élke vorm van benadeling, zoals het weigeren om een referentie te geven, pesten, intimideren en uitsluiting. Ook het dreigen met en
pogingen tot benadeling vallen straks onder het benadelingsverbod.
• De bewijslast dat de benadeling geen verband houdt met de melding komt straks bij de werkgever te liggen.
• In de WBK wordt de definitie van ‘misstand’ uitgebreid. Zo valt hieronder straks ook een werkgerelateerde (dreigende) schending van het Unierecht en een werkgerelateerde
(dreigende) schending van interne regels die een wettelijke basis hebben en voldoende concreet en duidelijk zijn waarbij een maatschappelijk belang in het geding is. Nu wordt
alleen nog een daadwerkelijke schending van een dergelijk wettelijk voorschrift beschermd, met de WBK wordt straks ook een dreigende schending van een wettelijk voorschrift
waarbij een maatschappelijk belang in het geding beschermd..
• Niet alleen reguliere werknemers, maar ook derden die in een werkrelatie tot de werkgever staan kunnen straks een melding doen. Denk bijvoorbeeld aan zzp’ers, stagiairs,
vrijwilligers, leveranciers, aandeelhouders, sollicitanten.
• Strengere eisen interne meldregeling:
– de melder moet straks binnen zeven dagen een ontvangstbevestiging van de melding krijgen en de melder moet binnen een redelijke termijn van maximaal drie maanden informatie
krijgen van de werkgever over de beoordeling van zijn melding. Dit moet worden vastgelegd in de regeling zelf.
– ook moet worden vastgelegd in de regeling dat de werknemer de melding zowel schriftelijk als mondeling kan doen. En vastgelegd moet worden bij welke onafhankelijke
functionaris(sen) de melder anoniem kan melden.
– werkgevers moeten straks meldingen van vermoedens van misstanden registreren in een daarvoor ingericht register.
• Huis voor Klokkenluiders:
Anoniem onderzoek: het is straks mogelijk om anoniem een onderzoek naar een vermoeden van een misstand aan te vragen bij het Huis. Let wel, bejegeningsonderzoeken kunnen niet
anoniem worden aangevraagd.
Sancties: de afdeling onderzoek van het Huis voor Klokkenluiders krijgt uitgebreidere bestuursrechtelijke sanctiemogelijkheden (zoals het opleggen van een boete en een last onder
dwangsom). Sancties kunnen worden opgelegd in geval van benadeling van de melder, het niet opvolgen van aanbevelingen of bij gebrek aan een interne meldregeling.
Instemmingsrecht OR en PVT
Vanwege deze nieuwe wet zullen interne klokkenluidersregelingen moeten worden aangepast. De ondernemingsraad heeft instemmingsrecht voor wat betreft het wijzigen, vaststellen of intrekken van een klokkenluidersregeling (artikel 27 lid 1 sub m WOR). Uiteraard kan de ondernemingsraad bij de ondernemer navraag doen of en wanneer de interne meldregeling zal worden aangepast naar aanleiding van de WBK.
Op dit moment heeft de personeelsvertegenwoordiging geen instemmingsrecht voor de vaststelling, wijziging of intrekking van een procedure voor het melden van een vermoeden van een misstand als bedoeld in artikel 2, eerste lid (nieuw), van de WBK. Met de voorgestelde aanpassing van de artikelen 35c, derde en vierde lid, en 35d, tweede lid, WOR heeft ook de personeelsvertegenwoordiging ter zake instemmingsrecht.
Verder is van belang dat indien een werkgever geen ondernemingsraad of personeelsvertegenwoordiging heeft ingesteld en daartoe ook niet verplicht is (let op, dit kan samenhangen met een beperkter werknemersbegrip in de WOR), dan bepaalt de WBK dat bij de vaststelling van de interne meldregeling de instemming van meer dan de helft van de werknemers nodig is. Dit laatste geldt niet als de regeling inhoudelijk al is geregeld in een cao.