Onze bestuurder heeft onlangs aangekondigd een zogenaamde pilot te zullen starten met een nieuwe arbodienst. De pilot duurt één jaar. De bestuurder heeft de nieuwe arbodienst aangetrokken om te bezien of die in staat is het ziekteverzuim structureel te verlagen. Onze bestuurder wijst ons er op dat het slechts een pilot betreft, en dat het zeker nog geen definitieve keuze is voor deze arbodienst. Omdat het nog een omkeerbaar besluit is vraagt hij geen instemming. Wij maken ons wel zorgen over de inschakeling van deze arbodienst. Deze arbodienst heeft een andere werkwijze dan de arbodienst die ons bedrijf eerst inschakelde. Hij heeft een erg directe wijze van aanpak van ziekteverzuim. Wij vinden de aanpak nogal indringend en ook wel bedreigend voor de zieke werknemers. Nu de arbodienst wel een jaar lang werknemers bij ziekteverzuim zal begeleiden, vinden wij het onbevredigend dat dit onder de noemer van een ‘pilot’ kan plaatsvinden en dat wij er dus geen invloed. Kunnen wij hier nog iets tegen doen?
In artikel 27 lid 1 sub d WOR is bepaald dat een voorgenomen besluit tot vaststelling, wijziging of intrekking van een regeling op het gebied van arbeidsomstandigheden, ziekteverzuim, of het re-integratiebeleid de instemming behoeft van de or. Inhoudelijk gezien is hier sprake van een regeling op het gebied van arbeidsomstandigheden, ziekteverzuim, of het re-integratiebeleid. Dat is duidelijk. Verder zal de (zogenaamde) pilot toch een geruime tijd (een jaar) gevolgen hebben voor een aanzienlijke groep van kwetsbare, zieke werknemers. Het doel van de bestuurder is daarbij het ziekteverzuimcijfer drastisch te verlagen. Het is onvermijdelijk derhalve dat de pilot ook zo zijn impact heeft binnen jullie bedrijf vanwege deze veranderingen in aanpak van het ziekteverzuim. Dat kan toch maken dat het een instemmingsplichtig besluit is. De or kan daarom binnen een maand na de schriftelijke mededeling van het besluit over de pilot de nietigheid inroepen van de pilot. De bestuurder dient alsnog de instemming te vragen van jullie.
Wat kan er verder eigenlijk allemaal onder het instemmingsrecht van artikel 27 lid 1 sub d van de WOR vallen?
● Veiligheidsbeleid en veiligheidsprocedures;
● De keuze van een arbodienst;
● Beleid en procedures met betrekking tot persoonlijke beschermingsmiddelen;
● De vormgeving van het ziekteverzuimbeleid (waaronder tevens vallen de verzuimcontrole en het re-integratiebeleid);
● De organisatie en inrichting van de bedrijfshulpverlening;
● De wijze waarop de verplichting een periodiek arbeidsgezondheidskundig onderzoek (PAGO) aan werknemers aan te bieden, wordt uitgevoerd;
● De wijze waarop arbovoorlichting en -onderricht wordt gegeven;
● De manier waarop de RI&E wordt gemaakt;
● Het plan van aanpak, onderdeel van de RI&E.
Mogen wij een vaste commissie instellen voor arbo aangelegenheden?
Ja dat mag, dat kan op grond van artikel 15 lid 2 van de WOR. Meestal wordt deze commissie de VGW-(veiligheid, gezondheid en welzijn) commissie genoemd. De or dient aan de bestuurder te melden dat hij een VGW-commissie gaat instellen en formuleert vervolgens schriftelijk de taak, samenstelling, bevoegdheden en werkwijze van de commissie (zie ook artikel 15, lid 1 WOR). De or kan zijn rechten en bevoegdheden op de bovengenoemde onderwerpen geheel of gedeeltelijk aan de VGW-commissie overdragen. Een VGW-commissie kan alleen geen rechtsgedingen voeren. Die bevoegdheid blijft bij de or en kan de or dus niet overdragen. De VGW-commissie zal het arbobeleid van een bedrijf toetsen en controleren. Zo zal zij kijken naar:
● het ziekteverzuimbeleid;
● het contract met de arbodienst;
● de inrichting van de BHV-organisatie;
● de Risico-Inventarisatie en – Evaluatie (RIE);
● investeringsplannen die gevolgen hebben voor arbo-onderwerpen.