HomeActueelPublicatiesLanger werken

Langer werken

Geplaatst in
Tijdschrift Recht en Arbeid Afl. 12 – december 2012

We moeten langer werken. In verschillende landen wordt op een of andere manier bewerkstelligd dat we dagelijks, wekelijks of in ons leven meer gaan werken. Het lijkt wel een universeel uitgangspunt waar niet veel meer aan te doen is.

94 Column

De Portugese regering heeft, om internationale kredietverleners ter wile te zijn, aangekondigd dat werknemers een half uur per dag langer moeten werken tegen een gelijkblijvend loon. Daarnaast wordt met de zegen van de paus een viertal christelijke feestdagen afgeschaft. Ook in Griekenland moet men langer werken. Uit een uitgelekte mail van de Trojka (IMF, EU en ECB) aan het Ministerie van Financien en Arbeid te Griekenland blijkt dat door de Trojka wordt geeist dat de regelgeving op het terrein van werktijden daar aanmerkelijk wordt versoepeld: een zesdaagse werkweek moet in Griekenland voortaan weer mogelijk zijn en de dagelijlcse rusttijden worden beperkt tot 11 uur per etmaal. Grieken vrezen de terugkeer van de 76-urige werkweek en de slavernij. Ambtenaren, leraren, juristen en zeelieden gingen op dinsdag 25 september 2012 uit protest niet naar hun werk. Dat is in ieder geval een mooi begin, van langer werken.

Wij, net als de Duitsers, Denen, Britten, leren, Spanjaarden, Italianen moeten ook langer gaan werken. Als het aan het demissionaire kabinet ligt gaat de pensioen leeftijd vanaf nu met een’ maand omhoog. In de jaren erna vindt in stapjes een verdere verhoging plaats, totdat in 2019 de pensioenleeftijd 66 jaar is en in 2023 67 jaar. Op een arbeidzaam leven is dat een verlenging van de arbeidsduur van bijna 5%. Als het aan de fractievoorzitters van VVD en PvdA ligt, dan moeten we nog sneller langer gaan werken. Volgens het deelakkoord dat op 1 oktober 2012 bekend is gemaakt, is het gewenst dat we al in 2021 24 maanden langer werken. En mocht in 2021 blijken dat de levensverwachting is gestegen, dan stijgt ook de pensioenleeftijd.

Voor die Portugezen zie ik nog wel een bezwaar: er is een oud fundamenteel rechtsbeginsel, vastgelegd in 1948 in het ILO-Verdrag nr. 87, dat eraan in de weg staat dat de regering direct ingrijpt in de arbeidsvoorwaarden van werknemers: het fundamentele recht op de vrijheid van collectief onderhandelen verbiedt het direct ingrijpen van de overheid in het resultaat van arbeidsvoorwaardenvorming. Ingrijpen is alleen geoorloofd wanneer er sprake is van een acute en ernstige economische noodsituatie, na raadpleging van Ale betrokken (vak)organisaties en slechts voor maatregelen van uitzonderlijke aard en ‘Van beperkte duur. Dit lijkt mij niet aan de orde. Een klacht indienen dus, bij de ILO I

Ook voor de Grieken is er nog wel wat in stelling te brengen. Het kan toch niet zo zijn dat in de Trojka de EU, het Handvest van de Grondrechten van de Europese Unie in de linkerhand houdend, omwille van het terugverdienen van de aan Griekenland verstrekte leningen met de rechterhand de 76-urige werkweek en de slavernij bevordert. Er is bovendien binnen het kader van de EU een mooie Richtlijn voor de organisatie van de arbeidsduur aangenomen met een zogenoemde stand-still-clausule. Die houdt in dat moet worden voorkomen dat lidstaten hun nationale beschermingsniveaus omlaag brengen, omdat het de bedoeling van de EU-wetgever is een sodaal beleid te voeren waarmee de bescherming van de werknemers juist wordt verbeterd. En dat dit zeker niet wordt gebracht op een lager niveau dan in internationale verdragen, die dateren van het begin van de vorige eeuw. goals ILO-Verdragen 1, 30 en 31 waarin de gemiddelde 48-urige werkweek en de maximale 60-urige werkweek steevast een uitgangspunt is geweest en ILO-Verdragen 47, 51 en 61 waarmee juist de verkorting van de arbeidsduur werd beoogd. Hoe verdraagt deze dwang van de EU zich met het in art. 5 EU-Verdrag vastgelegde beginsel van subsidiariteit? De EU heeft zich namelijk niet in te mengen met aangelegenheden die beter op nationaal niveau beslist kunnen worden. Het komt op mij ook vreemd over dat extra werk wordt toebedeeld aan degenen die toch al werken. Herverdeling van werk en daarmee het terugdringen van werkloosheid ligt dan toch meer in de rede. De gemiddelde Griek werkt ten slotte met een gemiddeld aantal uren van 2017 per jaar vergeleken met andere EU-onderdanen al behoorlijk lang.

Maar welk bezwaar kunnen we hier tegen het langer moeten werken maken? Helaas geen. Volgens de statistieken werken we gemiddeld genomen hard genoeg, maar we werken volgens gegevens verzameld door de OECD niet erg lang. Gemiddeld maar 1379 uur per jaar. Over een beroerde arbeidsduur kunnen we bier dus nog niet klagen. Uiteraard ben ik ook voor mijzelf naar een overtuigend fundamenteel beginsel of aanknopingspunt op zoek gegaan. Ik zie voor mijzelf – in 1967 in het staartje van de tweede golf geboren natuurlijk de bui al hangen. ILO-Verdrag 128 (Invalidity, Old-Age and Survivors’ Benefits Convention), in de zomer van 1967 door de ILO aangenomen, stelt als norm voor de pensioengerechtigde leeftijd, de leeftijd van 65 jaar. Maar voegt daaraan toe dat dit ook een hogere leeftijd kan zijn wanneer dit noodzakelijk is met het oog op de demografische, economische en sociale omstandigheden.

Zonder pensioneringsrechten geboren dus en tot langer werken gedoemd!

Deel dit artikel

Besproken rechtsgebieden

Lees meer over de auteurs

Hebt u een vraag?

Neem contact met ons op of laat uw gegevens achter, zodat we u kunnen bellen.

Laat ons u bellen