De or van Martinair gaat in beroep tegen een reductiebesluit en merkt KLM op dat moment pas aan als mede-ondernemer. Dat had hij eerder moeten doen.
Martinair, een dochtervennootschap van KLM, fungeert als uitvoerder van het door KLM aangetrokken vrachtvervoer. De resultaten van het vrachtvervoer blijven (sterk) negatief. Om het tij te keren is het plan de capaciteit te reduceren tot drie vliegtuigen. De or van KLM adviseert positief. De or van Martinair adviseert negatief en gaat in beroep tegen het ‘bovenliggende besluit’ van KLM als ook tegen het ‘onderliggende besluit’ van Martinair. In beide gevallen richt het beroep zich ook tegen KLM als mede-ondernemer.
Ondernemingskamer
Het stond de or in redelijkheid niet vrij zich voor het eerst bij verzoekschrift op het standpunt te stellen dat KLM als mede-ondernemer in de onderneming van Martinair is aan te merken, nu hij zich in zijn advies noch in het adviestraject op dit standpunt heeft gesteld. Daardoor kon KLM bij zijn besluitvorming niet met dit standpunt rekening houden. KLM en Martinair hebben voldoende aannemelijk gemaakt dat m.b.t. de medezeggenschap binnen hun ondernemingen, als vaste werkwijze wordt gehanteerd dat de or van KLM adviseert over (voorgenomen) besluiten die tot het domein van KLM behoren en de or van Martinair adviseert over (voorgenomen) besluiten die tot het domein van Martinair behoren. Die bevoegdheidsverdeling is met instemming van de or ook gehanteerd bij deze adviesaanvragen. De zorgplicht voor het goede verloop van een medezeggenschapstraject rust eerst en vooral op de ondernemer, maar dat neemt niet weg dat ook de or verantwoordelijkheid draagt voor een juist verloop van dat traject, en oog moet hebben voor het gerechtvaardigde belang van de ondernemer bij slagvaardige besluitvorming. Uit de feiten volgt dat de or op de hoogte was van het voorgenomen besluit van KLM en de adviesaanvraag aan die or, en dat hij zich bewust was van het nauwe verband tussen het besluit van KLM en het besluit van Martinair waarover aan hem advies was gevraagd. Niet is gebleken dat de or heeft verzocht over het voorgenomen besluit van KLM te adviseren of dat hij over dat besluit enige uitlating jegens KLM heeft gedaan.
Commentaar
De afgelopen jaren heeft de OK een aantal maal aangegeven dat het vooreerst de zorgplicht van de ondernemer is dat het medezeggenschapstraject goed en zorgvuldig verloopt. Bijvoorbeeld wanneer de ondernemer besluit de besluitvorming te gaan faseren. In deze zaak wordt echter het vizier op de or gericht. Deze heeft ook een medeverantwoordelijkheid voor het goede verloop van het medezeggenschapstraject. Pas voor het eerst in de beroepsfase de stelling innemen dat de moedermaatschappij ook aan jou advies had moeten vragen, omdat zij als mede-ondernemer moet worden beschouwd, is te laat. De or had dit veel eerder kenbaar kunnen en moeten maken. Achterhouden van stellingen en die pas in de beroepsfase inbrengen, dat werkt niet. De OK beschouwt het adviestraject als een open communicatietraject, waarbij beide kanten tijdig de andere partij van relevante informatie moeten voorzien.
Bron: Hof Amsterdam (OK), 4 augustus 2015, ECLI:NL:GHAMS:2015:3216