MGL is uitgever van Dagblad De Limburger en het Limburgs Dagblad. De dagbladen hebben een redactiestatuut waarin voorzien is in het instellen van een redactieraad. De scheiding van de bevoegdheden tussen redactieraad en or is daarin ook geregeld. Aan de or is advies gevraagd over een reorganisatie. Hij stelt de nodige aanvullende vragen en vraagt om meer (financiële) informatie. De or adviseert om het besluit niet te nemen, omdat hij kritiek heeft op de onderbouwing van de adviesaanvraag, zowel wat betreft de financiële informatie als de uitwerking van het reorganisatieplan. Het besluit wordt toch genomen.
Ondernemingskamer
De OK stelt voorop dat binnen redelijke grenzen het aan de or is om te bepalen welke informatie hij nodig heeft om een verantwoord advies te kunnen geven. Dit kan meebrengen dat de ondernemer in het kader van een adviesaanvraag meer of andere informatie dient te verstrekken dan volgt uit de reguliere verstrekking van financiële gegevens, zoals in art. 31a WOR.
De ondernemer vraagt alleen advies over de omvang van de formatiereductie van de redactie en nog niet over de uitwerking daarvan. Deze zal door de hoofdredacteur in overleg met de redactieraad moeten plaatsvinden. De OK is van mening dat de ondernemer onvoldoende inzicht heeft verschaft in de uitwerking van de teruggang van de redactie en de gevolgen daarvan voor de op de redactie werkzame personen. Dit maakt het besluit kennelijk onredelijk. De ondernemer had ook aangevoerd dat, vanwege het feit dat het een besluit van de hoofdredacteur betreft, er geen sprake is van een besluit van de ondernemer en dus geen advies gevraagd kan worden. De OK is het daar niet mee eens, omdat de hoofdredacteur in zoverre moet worden aangeduid als bestuurder in de zin van art. 1 lid 1 sub e WOR. Een andere opvatting zou er immers toe leiden dat het adviesrecht van de or op onaanvaardbare wijze wordt uitgehold.
Commentaar
Een bijzonder aspect van deze zaak is dat ingegaan wordt op de betekenis van de bevoegdheden van de hoofdredacteur en redactieraad voor de bevoegdheden van de ondernemingsraad. De ondernemer stelde zich op het standpunt dat besluiten van de hoofdredacteur over de redactie, dus niet van de directie, niet aan de ondernemingsraad voorgelegd hoeven te worden. De OK is het daar niet mee eens. De hoofdredacteur is te beschouwen als bestuurder in de zin van de WOR. Zijn voorgenomen besluiten vallen ook onder de bevoegdheid van de or. Wat betreft de verhouding tussen redactieraad en or geeft de OK duidelijk aan waar de grens ligt. De bevoegdheden van de or worden bepaald door de inhoud van de WOR. Als andere regelingen de ondernemer verplichten om ook nog een of meer andere organen te raadplegen, dan doet dit niet af aan de wettelijke bevoegdheden van de or. Op dit onderdeel is deze beschikking ook van betekenis voor andere ondernemingen waarin verschillende (medezeggenschaps-)organen actief zijn. Denk aan ziekenhuizen waar bevoegdheden kunnen toekomen aan de medische staf of in de zorgsector aan cliëntenraden. Hun bevoegdheden doen niets af aan de in de WOR geregelde bevoegdheden van de ondernemingsraad.
Ok 19 juli 2010, LJN BN 1709 (ORMGL)