Niet kan worden gezegd dat het pensioenfonds niet in redelijkheid heeft kunnen komen tot het besluit om te vereisen dat de besluitvorming van het verantwoordingsorgaan omtrent zwaarwichtige besluiten – waaronder het doen van een enquêteverzoek als bedoeld in artikel 219 van de Pensioenwet – plaatsvindt met een gekwalificeerde meerderheid van drie vierde van de uitgebrachte stemmen, waarbij ten minste één vertegenwoordiger van elke geleding vóór het besluit dient te stemmen doch waarbij geen quorum – in de zin van: minimum aantal voor besluitvorming benodigde, aanwezige stemmen – is vereist.
http://uitspraken.rechtspraak.nl/inziendocument?id=ECLI:NL:GHAMS:2008:BD6384